De fiets is het centrale thema van het museum. Het fenomeen fiets ontstaat in dezelfde tijd als het bedrijf (1897)en samen gaan zij in ontwikkeling door de tijd. De ontwikkeling is spectaculair!  In deze periode is er veel geëxperimenteerd en daardoor zijn er veel bijzondere fietsen ontstaan en uitgeprobeerd. De familie had zelf immers ook een rijwielzaak, daardoor kwamen er soms fraaie exemplaren voorbij, die soms werden ingeruild.

Een groot aantal bijzondere exemplaren zult u in dit museum tegenkomen. Ook  passeren diverse merken de revue.  Zoals  Gazelle, Union en Raleigh, maar ook oude Groningse merken zoals Fongers, Veeno en Gruno.

De hele ontwikkeling van de fiets is in het museum te zien, aangevuld met  veel affiches en toebehoren, zoals, dynamo’s, achterlichtjes, kinderzitjes, zadels, carbid-kaars en petroleum lampen maar ook balhoofd- en belastingplaatjes.

Naast al deze typische fiets items, kom je de geschiedenis van het bedrijf tegen. Het is dé plek waar alles samen komt.  

De geschiedenis begint in 1897 met de smederij aan de Hoofdstraat 16 (hoek Nieuwstraat) in Zuidhorn, waar Jacobus Birza(zie bovenstaande foto 2e van links) de voorhamer zwaaide. Zoals veel smederijen in die tijd, gingen zij zich begin 1900 steeds meer op techniek van motoren en automobielen richten. Eerst  op het genoemde adres aan de Hoofdstraat, maar vanaf 1925 aan de Jellemaweg 16 (voorheen Achterweg A244) te Zuidhorn. 

Jan Birza neemt, na een gevolgde opleiding hiervoor, daarna het stokje over en werkt samen met Jan van Duinen in de vernieuwde zaak inmiddels met bovenwoning. Jacobus blijft hand en span diensten doen. Met name voor en tijdens de oorlog is het een erg moeilijke periode. Het bedrijf ontwikkelt zich helemaal naar een auto-reparatiebedrijf (Bovag), rijwielzaak en 1 taxi. 

Vanaf 2009 ontvangt Gerrie van Agteren-Birza bezoekers in het museum, bezoekers komen uit alle windstreken. De globale ontwikkeling is te zien op een fotogalerij in het museum.